internist

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord internist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord internist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je internist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord internist is hier. De definitie van het woord internist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninternist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·nist
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘arts voor inwendige ziekten’ voor het eerst aangetroffen in 1907
  • afgeleid van intern met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord internist internisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de internistm

  1. (beroep) (medisch) arts die gespecialiseerd is in inwendige ziekten
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

internist

  1. internist

Gangbaarheid

81 % van de Amerikanen;
67 % van de Britten.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be