invest (VS) (hulp, bestand) IPA: /ɪnˈvɛst/ via Middelfrans investir van Latijn investire "kleden, bedekken" invest overgankelijk (financieel) investeren...
‘beleggen’ voor het eerst aangetroffen in 1937 afgeleid van het Franse investir met het achtervoegsel -eren investeren overgankelijk aanwenden met een...
het Spaanse werkwoord investir Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) investir investido invistiendo...
Duits: anlegen (de) Engels: invest (en) Frans: investir (fr) Spaans: colocar (es), invertir (es), imponer (es)...
Duits: umzingeln (de) Engels: surround (en) Frans: encercler (fr), investir (fr) Portugees: rodear (pt) Spaans: encerrar (es), rodear (es), cercar (es)...
Duits: umschließen (de) Engels: surround (en), encircle (en) Frans: assiéger (fr), investir (fr), encercler (fr) Spaans: circundar (es), envolver (es)...