invoegstrook

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord invoegstrook. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord invoegstrook, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je invoegstrook in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord invoegstrook is hier. De definitie van het woord invoegstrook zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninvoegstrook, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
via de invoegstrook naar de snelweg gaan
  • in·voeg·strook
enkelvoud meervoud
naamwoord invoegstrook invoegstroken
verkleinwoord

de invoegstrookv / m

  1. (verkeer) extra rijstrook op een autoweg of autosnelweg voor verkeer dat op die weg wil gaan rijden, maar eerst nog de goede snelheid moet hebben en een goed moment afwachten om op de weg in te voegen
    • Twin-turbo, sist hij - in 4,2 seconden op de honderd. Hij vloert het gaspedaal en schiet vooruit. Hoe dat gaat, het is een technisch wonder. De kolos, 1.925 kilo, vliegt de A4 tegemoet zoals een cartoonistenhand een rechte lijn trekt, zonder één hapering. De M-transmissie met dubbele koppeling (Zij weer „Wattuh?” Hij „Laat maar.”) flitst van versnelling 1 naar 7. Wat jammer dat het vaderland er niet op is gebouwd. De bravemensencolonne op de rechterbaan stuit als een muur de vlucht naar voren vanaf de invoegstrook.[2] 
    • Vanuit Zaanstad kwam het verkeer op de binnenring in een file van zo'n 9 kilometer terecht bij knooppunt Watergraafsmeer door een ongeval met zes auto's. Het verkeer kon alleen via de invoegstrook om de ravage heen. [3]  
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bas van Putten 9 februari 2013
  3. Volkskrant 15 november 2013