jojo

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord jojo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord jojo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je jojo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord jojo is hier. De definitie van het woord jojo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjojo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

jojo
Uitspraak
Woordafbreking
  • jo·jo
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘klimtol’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872
enkelvoud meervoud
naamwoord jojo jojo's
verkleinwoord jojootje jojootjes

Zelfstandig naamwoord

de jojom

  1. (speelgoed) speelgoed, bestaande uit twee schijfjes die langs een koord, dat ertussen gewonden is, afloopt, en door het impulsmoment zichzelf weer omhoog werkt
  2. (informeel) sufferd
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
jojoën

jojo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jojoën
    • Ik jojo. 
  2. gebiedende wijs van jojoën
    • Jojo! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jojoën
    • Jojo je? 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • jo·jo

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord jojo jojo's

jojo

  1. (speelgoed) jojo