Geluid: juweel (hulp, bestand) ju·weel Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kostbaar sieraad’ voor het eerst aangetroffen in 1287 het juweel o sieraad...
juwelen (hulp, bestand) IPA: /jyˈʋeːlən/ ju·we·len juwelen met juwelen vervaardigd de juwelen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord juweel Het...
bloedrode juweelbaars (hulp, bestand) (IPA in voorbereiding) bloed·ro·de ju·weel·baars verbinding van bloedrode en juweelbaars de bloedrode juweelbaars m...
alhajar al·ha·jar overgankelijk sieren, versieren, tooien (met juwelen) inrichten (van huis) [1] adornar [2] instalar...
samenstelling van juweel en diefstal met het invoegsel -en- de juwelendiefstal m juwelenroof, een diefstal waarbij de buit bestaat uit juwelen. Een juwelendiefstal...
ju·we·len·kist samenstelling van juweel en kist met het invoegsel -en- het juwelenkist o dim. tant. een kist waarin men juwelen bewaart De dieven hadden haar...
samenstelling van juweel zn en roof zn met het invoegsel -en- de juwelenroof m juwelenroof, een roof waarbij de buit bestaat uit juwelen. Een juwelenroof...