kaan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kaan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kaan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kaan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kaan is hier. De definitie van het woord kaan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaan
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stukje uitgebraden spek’ voor het eerst aangetroffen in 1305
enkelvoud meervoud
naamwoord kaan kanen
verkleinwoord kaantje kaantjes

Zelfstandig naamwoord

de kaanv / m

  1. knapperig uitgebakken overblijfsel van een stuk(je) varkensspek ook wel uitgebakken speklap, (met of zonder zwoerd)
  2. (verouderd) een vliezige bovenlaag
    • Op beschimmelend bier vormt zich een kaan. 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
kanen

kaan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kanen
    • Ik kaan. 
  2. gebiedende wijs van kanen
    • Kaan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kanen
    • Kaan je? 

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Yucateeks

Zelfstandig naamwoord

kaan

  1. (reptielen) slang