kabaalmaker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kabaalmaker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kabaalmaker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kabaalmaker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kabaalmaker is hier. De definitie van het woord kabaalmaker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankabaalmaker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ka·baal·ma·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord kabaalmaker kabaalmakers
verkleinwoord - -

de kabaalmakerm

  1. iets dat of iemand die veel lawaai veroorzaakt
     Het geluidsniveau van de stenografeermachines, die tijdens vergaderingen moesten worden gebruikt, speelde echter ook een rol; de Utrechtse industrieel Fentener van Vlissingen karakteriseerde de Tachotype als een ‘kabaalmaker’.[2]
     Siempie is weg en die zien we in de eerste negen dagen niet meer terug. Maar dan zal de kabaalmaker ons heel wat te vertellen hebben en zal zijn mond wel geen seconde stil staan.[3]
  2. (persoon) (figuurlijk) iemand die met tumult probeert zijn zin te krijgen
     Voor kabaalmaker Gerrit Zalm dreigt de stille trom. Zijn grote broek staat op afzakken nu hij zelf een overschrijding van de norm voor het begrotingstekort, waarop hij Duitsers en Fransen kapittelde, in zicht heeft.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 januari 2025 Weblink bron
    O. de Wit
    3 Het gemechaniseerde kantoor 1914-1940Ga naar eindnoot in:
    J.W. Schot e.a. (red.)
    Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 1. Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie. (1998), Stichting Historie der Techniek, Eindhoven / Walburg Pers, Zutphen, ISBN 9057300362, p. 250
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 januari 2025 Weblink bron
    Artz, Marcel J.A.
    “Draadloos gered” (1933), B.J. Smit, Amsterdam, p. 158
  4. Bronlink geraadpleegd op 2 januari 2025 Weblink bron
    Cees Verschure
    “Witte boorden, vuile handen” (21 februari 2004) op nrc.nl op Wikipedia