karbouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord karbouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord karbouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je karbouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord karbouw is hier. De definitie van het woord karbouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankarbouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

1. Drie karbouwen nemen een bad.
Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·bouw
Woordherkomst en -opbouw
  • van Indonesisch kerbau, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in 1786
enkelvoud meervoud
naamwoord karbouw karbouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de karbouwm

  1. (evenhoevigen) (landbouw) bepaald soort zoogdier, Bubalus arnee bubalis op Wikispecies, een tot de runderen behorend trekdier dat veel gebruikt wordt op rijstvelden
    • In Indonesië is een karbouw een alledaagse verschijning. 
     De geest van de gestorvene wordt uitgeleide gedaan naar de andere wereld door hem of haar overvloedige geschenken mee te geven: karbouwen (waterbuffels), varkens, rijst.
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen