kinderschaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kinderschaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kinderschaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kinderschaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kinderschaar is hier. De definitie van het woord kinderschaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankinderschaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kin·der·schaar
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderschaar kinderscharen
verkleinwoord kinderschaartje kinderschaartjes

de kinderschaarv / m

  1. grote groep kinderen; menigte kinderen; troep kinderen
     Om tien uur, als de kinderschaar naar huis was, gingen voor de jongelui en de volwassenen de kerstkaarsjes voor de tweede keer aan en werd er tot de ochtend gefeest.[2]
     Op het historische spooremplacement in Haaksbergen ziet een hele kinderschaar hoe de speciaal uit Engeland overgebrachte blauwe trein met Thomasgezicht door de machinist voortgetrokken het stationnetje binnenrijdt.[3]
  2. kleine schaar waarmee kinderen kunnen knippen


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2022 Weblink bron “Locomotief Thomas heeft pijn in z’n ketel” (02-09-2013), Tubantia