kledderen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kledderen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kledderen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kledderen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kledderen is hier. De definitie van het woord kledderen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankledderen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • kled·de·ren

kledderen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kledderen
kledderde
gekledderd
zwak -d volledig
  1. (informeel) laten vallen
    • Horna speelde goed, Federer speelde slecht. Werkertje Horna was uiterst geconcentreerd, virtuoos Federer liet de strijkstok waarmee hij zulk fraai spel kan componeren, regelmatig uit de handen kledderen. [2] 
  2. iets vies maken door zaken te laten vallen of rond te laten spetteren
    • Van mij mogen Bashô's kikkers dus ploppen, plonzen, en zelfs kledderen zoveel ze maar willen. Elk kikkertje springt immers zoals het gebekt is? [3] 
82 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[4]