kleinzielig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kleinzielig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kleinzielig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kleinzielig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kleinzielig is hier. De definitie van het woord kleinzielig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankleinzielig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • klein·zie·lig
  • Samenstellende afleiding van klein en ziel met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kleinzielig kleinzieliger kleinzieligst
verbogen kleinzielige kleinzieligere kleinzieligste
partitief kleinzieligs kleinzieligers -

kleinzielig

  1. bekrompen in uitingen en opvattingen of daarvan getuigend
    • Ik vind je maar een kleinzielig ventje... 
96 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be