IPA: / ˈkløˀɐ̯ / klør Afleiding van het Deense zelfstandige naamwoord kløver klør tegenwoordige tijd van klø [A] klør (spel) schoppen kortfarve [B] klør...
diamantkloven, haarkloven, vaneenkloven kloofbijl, kloofvlak, klovenier, klover kolven, volken, vonkel diamanten kloven 1. het op bepaalde wijzen splijten...
generatiekloof, inkomenskloof, tepelkloof kloofbijl, kloofvlak, klovenier, klover barranco, canyon, gaping, kier, ravijn, rotskloof, spleet, split, spouw...
diamantklover (hulp, bestand) di·a·mant·klo·ver samenstelling van diamant zn en klover zn de diamantklover m (beroep) persoon die een grote diamant kan splijten...
klaverjasser kleier klein-verlofganger kleinverlofganger klemmer klitter klover kluner klutser kmo'er knager knauwer kneder kneuzer knoper knopper koekhapper...