knak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord knak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord knak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je knak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord knak is hier. De definitie van het woord knak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanknak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • knak
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: nabootsing van geluid’ voor het eerst aangetroffen in 1646 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord knak knakken
verkleinwoord knakje knakjes

de knakm [3]

  1. kort, droog geluid van iets dat breekt (knakt)
  2. breuk, waarbij de delen blijven samenhangen
  3. beschadiging, schade
  4. sigaar met een knik erin en een spitse punt, bolknak
vervoeging van
knakken

knak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knakken
    • Ik knak. 
  2. gebiedende wijs van knakken
    • Knak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knakken
    • Knak je? 
96 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]