kneuteren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kneuteren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kneuteren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kneuteren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kneuteren is hier. De definitie van het woord kneuteren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankneuteren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kneu·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kneuteren
kneuterde
gekneuterd
zwak -d volledig

kneuteren [1]

  1. inergatief morren, mopperen, pruttelen [2]
     De oude hut zou gezelliger zijn, vanaf een bankje kon je vlak achter het kijkraam prettig naast elkaar zitten, kijken en met elkaar praten. Er viel dus wel wat te kneuteren, te kniezen, te morren.[3]
  2. inergatief wat informeel praten, babbelen, kletsen
    • Ze zaten thuis lekker wat te kneuteren. 
  3. (dierkunde) (van vogels) zingen, kwinkeleren
  4. kreuken, kreukels vertonen