kniples
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kniples. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kniples, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kniples in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kniples is hier. De definitie van het woord kniples zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankniples, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- knip·les
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kniples | kniplessen |
| verkleinwoord |
- les waarin een toekomstige naaister stoffen leert knippen
- Cato zat bij de dames, die ondergoed en hoeden maakten, behalve juffrouw Vervoort, die maakte mantels. De czarine had ze óók gemaakt. Gut, het was zo'n knutsig kamertje, waar ze op zaten. Cato wou later ook kostuum-naaister worden, daarom nam ze nu kniples voor 50 ct. per week op de Nieuwehaven. Haar ouders hadden goddank niet nodig, dat ze geld thuisbracht. Kostuum-naaisters verdienden grof geld. [2]
- Het woord kniples staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kniples" herkend door:
| 82 % | van de Nederlanders; |
| 66 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ P. van Groeningen (1982)–Aug.Martha de Bruin
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
