Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
koekwous. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
koekwous, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
koekwous in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
koekwous is hier. De definitie van het woord
koekwous zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
koekwous, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de koekwous m
- (scheldwoord) iemand die zich dom gedraagt
- ▸ Marlies van der Graaf zit in haar tuin als ze een in het zwart geklede man voorbij ziet komen. Hij heeft een capuchon over zijn hoofd getrokken, zwaait zijn armen opvallend langs zijn lichaam en loopt wat voorover geboden. ,,Het was echt een koekwous."[2]
- ▸ "Ik kan er toch langs. Dit is een openbare weg, man. Koekwous." In onvervalst Brabants probeert de acteur op het witte doek voorbij een agent te komen.[3]
- (pejoratief) uitspraken waaruit domheid of gebrek aan ernst of kennis blijkt
- ▸ Het woord ‘koekwous’ schoot me te binnen. Arnhems voor ‘dom gelul’, ook prima te gebruiken als naam voor een beweging.[4]
koekwous
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koekwouzen
- gebiedende wijs van koekwouzen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koekwouzen