laten maken van de mensen die hij daar zou hebben ontmoet: een oude, kromgegroeide vrouw met een stok, die maniakaal grijnsde, tanden miste en een gezicht...
bovenlandse hout werd aangeleverd als rechthout en krommers (speciaal kromgegroeide bomen), die vervolgens in de houtzaagmolens bij de scheepswerf tot balken...
oranje kereltjes, met mollige o-benen, knokige handen, knobbelneuzen en kromgegroeide lijven. Regelmatig graaf ik ze uit, boen ze schoon en rasp, roerbak...
groeien voltooid tegenwoordig zijn kromgegroeid te zijn kromgegroeid toekomend kromgegroeid zullen zijn kromgegroeid te zullen zijn onvoltooid deelwoord...