labboon

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord labboon. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord labboon, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je labboon in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord labboon is hier. De definitie van het woord labboon zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlabboon, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • lab·boon
enkelvoud meervoud
naamwoord labboon labbonen
verkleinwoord labboontje labboontjes

de labboonv / m

  1. (plantkunde) plant waaraan tuinbonen groeien Vicia faba op Wikispecies
    • Van de tuinboon oftewel veldboon, molboon en in het zuiden ook wel labboon genaamd, wordt gezegd dat het de enige inheemse boon in de oude wereld is en dat hij sinds prehistorische tijden in Europa en het Midden-Oosten wordt verbouwd. [2]
  2. (voeding) als peulvrucht gegeten zaad van bepaalde rassen van de tuinboonplant
    • De één na beste groente uit ons land. Wat mij betreft. Toch niets meer. of iets minder, onrijpe zaden van de paardeboon. (…) Een groente met diverse namen. (…) Boerenboon, zegt de Belg. Zuidnederlanders spreken van labboon. Frankrijk benoemt ze fèves des marais fraiches. [3]
12 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[4]