lagereschooltijd
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lagereschooltijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lagereschooltijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lagereschooltijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lagereschooltijd is hier. De definitie van het woord lagereschooltijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlagereschooltijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·ge·re·school·tijd
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | lagereschooltijd | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lagereschooltijd m
- (onderwijs) (verouderd) de tijd dat men naar de basisschool gaat
- ▸ Mies was Katies beste vriendin. Al waren ze beiden twee jaar ouder dan Albert, ze zaten de hele lagereschooltijd bij elkaar in de klas omdat de dorpsschool niet groot genoeg was voor afzonderlijke klassen. In zijn ogen was Mies met haar asblonde haar en amandelvormige groene ogen het mooiste meisje van de klas, al beweerde Mies dat Katie dat was.
- ▸ Van Schayck: "Als ik terugdenk aan de meesters en juffen in mijn eigen lagereschooltijd, die ons met alle goed bedoelingen met de armen over elkaar stil lieten zitten, dan was het maar een saaie, geestdodende bedoening."
Gangbaarheid
- Het woord lagereschooltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑
Weblink bron “Schoollunch met avocado en vette vis in plaats van je broodtrommeltje helpt” (21-09-2020), NOS
