Geluid: langswipten (hulp, bestand) langs·wip·ten langswipten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van langswippen ...dat wij langswipten. ...dat...
Geluid: langswipte (hulp, bestand) langs·wip·te langswipte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van langswippen ... dat ik langswipte. ... dat...
langswipt (hulp, bestand) langs·wipt langswipt (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langswippen ... dat jij langswipt. ...
) langswipte langswipte langswipte langswipte langswipte langswipten langswipten langswipten toekomend (o.t.t.t.) zal langswippen langs zal wippen zult/zal...