laxaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van laxar laxaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van laxarse...
toekomende tijd (futuro) van laxar laxare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van laxarse aanvoegende wijs derde persoon...
aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van laxar laxaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van laxarse...
la·xar laxar overgankelijk (medisch) laxeren, purgeren ontspannen, verslappen laxante, laxativo, laxitud, laxo [1] purgar [2] aflojar laxar in: Diccionario...
laxaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van laxarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van laxarse...
laxado voltooid deelwoord (participio) van laxar laxado voltooid deelwoord (participio) van laxarse...
laxar laxamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van laxarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van laxarse...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van laxarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van laxarse...
laxaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van laxarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van laxarse...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van laxarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van laxarse...