Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
lel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
lel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
lel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
lel is hier. De definitie van het woord
lel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
lel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘oorvijg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1924 [1]
- In de betekenis van ‘lapje (bv. van oor)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
de lel v / m
- klap, mep, oplawaai, schop
- Hij gaf zijn kameraad een enorme lel toen hij boos was.
- kanjer
- Iedereen krijgt een lel van een stuk papier om zijn gedachten op te schrijven.
- loshangend stukje vel zoals bij een oorlel
- slordige vrouw
lel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lellen
- gebiedende wijs van lellen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lellen
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[2]
|