oplawaai

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oplawaai    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɔplawaj/

Woordafbreking

• op·la·waai

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘klap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897
• samenstelling van  op  en  lawaai 

Zelfstandig naamwoord

de oplawaai m

1. een harde klap ook figuurlijk

   • Die magistrale, ruim anderhalf uur lange slotaflevering, volstond wel om de kritiek te verstommen. Met een oplawaai Floyd May­weather waardig, zetten David Benioff en Dan Weiss zondagnacht orde op zaken.  
   • Juist de Britse keuze voor de Brexit zorgde er in juni voor dat het pond een enorme oplawaai kreeg. Pal na het referendum ging de munt met 10 procent omlaag. Over het algemeen is een lage valutakoers een signaal dat markten minder vertrouwen in een economie hebben. In het geval van het pond komt dat voort uit de verwachting dat de Brexit een fikse klap betekent voor de Britse handel.  

Synoniemen

• doodklap, dreun, opdoffer, peut, hengst, lel, loeier, opsodemieter, watjekouw, beuk, houw, opneuker

Vertalingen

Gangbaarheid

• Het woord oplawaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oplawaai" herkend door:

Verwijzingen