hengst

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hengst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hengst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hengst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hengst is hier. De definitie van het woord hengst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhengst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hengst
  • In de betekenis van ‘mannelijk paard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hengst hengsten
verkleinwoord hengstje hengstjes

de hengstm

  1. (onevenhoevigen) (paardrijden) een al dan niet gecastreerd mannelijk paard
    • Om voor volbloed nakomelingen te zorgen, paren ze die hengst aan die merrie. 
  2. (schertsend) een vurige minnaar, een knappe man
    • Die hengst stond op te scheppen over zijn spierballen. 
  3. (informeel) een knal of harde klap
    • Voor zo'n hatelijke opmerking krijg je bij die kerel makkelijk een hengst. 
  4. (scheepvaart) een vissersvaartuig van de Westerschelde
    • De concurrentie tussen de traditionele hengsten en de gecommercialiseerde visserij wordt steeds groter. 

aai baffer dreun houw klap knal lel mep opdoffer opdonder opduvel oplawaai oplazer opsodemieter opstopper optater peut poeier ram slag stomp watjekouw

  • boerenhengst
    • lompe vent
  • iemand een hengst voor z'n treiter verkopen
    • iemand een slag in z'n gezicht geven
vervoeging van
hengsten

hengst

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van hengsten
  2. gebiedende wijs van hengsten
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]