Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
slag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
slag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
slag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
slag is hier. De definitie van het woord
slag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
slag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de slag m
- (militair) militair treffen
- Adolf van Nassau bleef in de slag.
- De Slag aan de Somme was een grote slag tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarbij meer dan een miljoen slachtoffers vielen [2]
- ▸ De Slag om de Schelde was hierbij heel belangrijk. Soldaten uit Canada, Groot-Brittannië en Polen vochten vijf weken lang tegen soldaten uit Duitsland. Het was heel zwaar maar uiteindelijk wonnen ze. Dit werd afgelopen weekend herdacht in Terneuzen.[3]
- ▸ Wie dit soort momenten heeft meegemaakt, weet dat de geschiedenis van volkeren wordt bepaald door de uitslag van de grote slagen.[4]
- het opzettelijk doen belanden van een hand of een voorwerp op iemand
- De slagen regenden neer op zijn gezicht.
- (figuurlijk) een pijnlijke of nadelige gebeurtenis
- Hij kreeg slag op slag te verwerken, eerst stierf zijn vrouw, daarna zijn zoon.
- (kaartspel) een aantal kaarten, van iedere speler gewoonlijk één, die door een bepaalde speler gewonnen worden
- Door de lengte van zijn troefkaart wist hij nog twee slaagjes te winnen.
- geluid gemaakt door een ontploffing of een klap (slagwerk)
- het slaan van het hart (hartslag) dat voelbaar is aan de pols (polsslag)
- beweging van de armen bij zwemmen (zwemslag)
- beweging van de benen bij schaatsen (schaatsslag)
- een draaiing van iets (een slag in het haar)
- de keer dat iets ronddraait
- Een slag om de arm houden
niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn
iets handig kunnen doen
- Ergens een slag naar slaan
raden
- In het hoekje zitten waar de slagen vallen
zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt
- Je een slag in de rondte werken
een taak (uit desinteresse) niet goed afmaken ofwel: weinig tijd/moeite in iets steken
op het goede moment de kansen benutten, bv dingen kopen
- Zonder slag of stoot overgeven/etc
zonder verzet
beginnen
|
|
2. het opzettelijk doen belanden van een hand of een voorwerp op iemand
aan de slag kunnen
- Duits: eine Arbeit bekommen, arbeiten können
|
het slag o
- een soort of categorie, gewoonlijk van mensen
- Mensen van zijn slag beginnen zeldzaam te worden.
1. een soort of categorie, gewoonlijk van mensen
100 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[5]
|
slag
- sintel
- (metallurgie) slak
- (scheldwoord) slet
- (scheldwoord) waardeloos iemand
slag
- onovergankelijk, (metallurgie) verslakken
- ↑ slag, Online Etymology Dictionary