leliaard
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord leliaard. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord leliaard, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je leliaard in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord leliaard is hier. De definitie van het woord leliaard zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanleliaard, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- le·li·aard
- van Middelnederlands leliaert; op te vatten als afgeleid van lelie met het achtervoegsel -aard, omdat de Franse koningen die bloem in hun wapen voerden [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | leliaard | leliaards |
| verkleinwoord | - | - |
de leliaard m
- (geschiedenis) (pejoratief) Vlaming die in de middeleeuwen de kant van de Franse koning koos
- Hun troepen veroverden eerst het kasteel van Jan van Sijsele, die net als Jan van Gistel veel belastingrechten op de stad kon laten gelden en als leliaard gehaat was. [2]
- Het woord leliaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leliaard" herkend door:
| 10 % | van de Nederlanders; |
| 62 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Verbruggen, J.F. & R. Falter1302: opstand in Vlaanderen 7e druk (2002) Lannoo Uitgeverij, Tielt; ISBN 9789020944129; p. 136; geraadpleegd 2019-10-31
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
