lendendoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lendendoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lendendoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lendendoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lendendoek is hier. De definitie van het woord lendendoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlendendoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

jongen met lendendoek
lendendoek
Uitspraak
Woordafbreking
  • len·den·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lendendoek lendendoeken
verkleinwoord lendendoekje lendendoekjes

Zelfstandig naamwoord

de lendendoekm

  1. (kleding) een kledingstuk doorgaans gedragen door mannen, dat bedoeld is ter bedekking van het geslachtsdeel en (een gedeelte van) de billen
    • Zonder het Concilie zou Rome nooit de hoogtepunten van de Barok hebben kunnen bereiken die heel Europa, katholiek of niet, nadien hebben geïnspireerd. Dat ze in Rome daarbij best bereid waren tot enige cosmetische correctie in reactie op het protestantse beeld van Rome als nest van heidense zinnelijkheid, wordt geïllustreerd door de lendendoeken die kort na Trente zijn aangebracht op de heroïsche naakten van Michelangelo’s Laatste Oordeel. Een groter contrast met de Beeldenstorm in het noordwesten van Europa is niet denkbaar. In Rome volstond men met een retouche. 
    • Gegil, bladergewoel, knappende takken. Wat zal nu weer uit het bos tevoorschijn komen? Een mysterieuze dame in wit? Een zombie met een hark in zijn hoofd? Of toch een grommende, in lendendoek gestoken Japanner met geel-giftige roofogen, tussen zijn tanden een lillende lap hertenvlees?  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC David Rijser 30 mei 2014
  3. Volkskrant Kevin Toma 6 oktober 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be