Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
liaison. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
liaison, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
liaison in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
liaison is hier. De definitie van het woord
liaison zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
liaison, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de liaison v / m
- buitenechtelijke relatie
- Hij liet een spoor van verbroken relaties achter zich, zowel in de kringen van zijn vakgenoten en politieke geestverwanten, als in zijn privé-leven. Zo leefde hij na een liaison met een nichtje van tafel en bed gescheiden van zijn vrouw. [3]
- vriendschappelijke betrekking
- Beide figuren lijken echter te overlappen. Een verhaal over "een jongedame uit Haspengouw" die Passant ooit ontmoette, rondt de verteller af met de woorden: ‘Dat herinner ik me niet zo precies meer.’ De verteller en Passant hebben beiden een liaison met Traveller: ‘Urenlang hing hij met Traveller aan de telefoon’ (46); ‘Traveller nam me mee naar de oogarts’. [4]
- (handel) relatie tussen partijen die vaker met elkaar zaken doen
- Het belang dat dus sporadisch aan de moderecensies werd toegekend is met andere woorden veelal te danken aan het besef dat de mode één van de belangrijkste industrieën was voor de Franse economie en voor de Frans-Amerikaanse commerciële liaison. [5]
- (politiek) verbintenis tussen staten of andere personen of organisaties die macht hebben
- De Partij van de Arbeid en de VVD mogen dan wel wat meer links en wat meer rechts zijn opgesteld. Zij beide ogen naar het midden, en solliciteren om strijd naar de gunst van de drie confessionele partijen. Binnen deze woedt een conflict over de vraag welke niet-confessionele partij het meest voor een tijdelijk liaison in aanmerking komt. [6]
74 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.[7]
|
liaison v
- verhouding v