loens

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord loens. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord loens, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je loens in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord loens is hier. De definitie van het woord loens zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanloens, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • loens
  • In de betekenis van ‘een beetje scheel’ voor het eerst aangetroffen in 1724 [1]
  • [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen loens loenser loenst
verbogen loense loensere loenste
partitief loens loensers -

loens [3] [4]

  1. een beetje scheel
vervoeging van
loensen

loens

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loensen
    • Ik loens. 
  2. gebiedende wijs van loensen
    • Loens! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loensen
    • Loens je? 
86 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[5]