maandgeld

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord maandgeld. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord maandgeld, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je maandgeld in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord maandgeld is hier. De definitie van het woord maandgeld zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmaandgeld, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • maand·geld
enkelvoud meervoud
naamwoord maandgeld maandgelden
verkleinwoord maandgeldje maandgeldjes

het maandgeldo

  1. (economie) uitkering die iemand eens per maand ontvangt
     Maar hij kon ook niet anders dan de oude bedienden die voor geen enkel werk meer geschikt waren, een vast maandgeld geven.[2]
     Volgens Leuvelink heeft het UWV de wijziging in juni doorgevoerd omdat die toen gecamoufleerd werd door het vakantiegeld. „Ik ben naar het UWV gestapt, maar daar zeiden ze me dat het allemaal niets uitmaakt en ik gewoon hetzelfde maandgeld krijg. Toen zei ik: als het toch niets uitmaakt, geef me dat geld voortaan dan maar op de eerste. Ik kan de supermarkt of de huurbaas ook niet zeggen: wacht maar een week op je geld.”[3]
  2. (economie) salaris, loon of soldij die men eens per maand ontvangt