Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
maand. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
maand, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
maand in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
maand is hier. De definitie van het woord
maand zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
maand, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘twaalfde deel van een jaar’ voor het eerst aangetroffen in 1050
de maand v / m
- (tijdrekening), (eenheid) elk van de twaalf met een eigen naam onderscheiden tijdvakken van 28, 30 of 31 dagen waarin een jaar verdeeld wordt
- Ik ben geboren in de maand juli.
- (tijdrekening), (eenheid) een tijdsperiode van ongeveer 30 dagen
- ▸ Waarom ging ik zes maanden op de Pacific Crest Trail (PCT) dwars door Amerika lopen? Tja, waarom niet.
- met drie maanden verlengd
- Alleen de tijdsaanduidingen op -r blijven na een bepaald telwoord in het enkelvoud: drie uur, drie jaar; maar: drie dagen, drie weken, drie maanden.
1. elk van de twaalf met een eigen naam onderscheiden tijdvakken van 28, 30 of 21 dagen waarin een jaar verdeeld wordt
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
maand
- maand