maandelijks

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord maandelijks. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord maandelijks, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je maandelijks in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord maandelijks is hier. De definitie van het woord maandelijks zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmaandelijks, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • maan·de·lijks
stellend
onverbogen maandelijks
verbogen maandelijkse
partitief maandelijks

maandelijks

  1. iedere maand een keer
    • Dit is een maandelijkse bijdrage. 

maandelijks

  1. iedere maand een keer
    • Wij gaan maandelijks vissen. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be