jaargetijde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord jaargetijde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord jaargetijde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je jaargetijde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord jaargetijde is hier. De definitie van het woord jaargetijde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjaargetijde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: jaartijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jaar·ge·tij·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaargetijde jaargetijden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het jaargetijdeo

  1. (tijdrekening), (eenheid) een deel van het jaar met unieke eigenschappen
    • De jaargetijden waar veel mensen het meest van houden zijn de lente en de zomer. 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be