getijde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord getijde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord getijde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je getijde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord getijde is hier. De definitie van het woord getijde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangetijde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·tij·de
  • In de betekenis van ‘eb en vloed’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord getijde getijden
verkleinwoord - -

het getijdeo

  1. (astronomie), (geologie) de periodieke verandering van de waterstand ten gevolge van de stand van de maan
    • In de Noordzee zijn de getijden niet zo extreem als op de Bretonse kust. 
  2. (religie) een van de acht officies die het dagritme van een klooster bepalen
    • De sext, terts en none staan bekend als de kleine getijden. 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.