magiër

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord magiër. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord magiër, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je magiër in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord magiër is hier. De definitie van het woord magiër zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmagiër, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aanbidding door de drie magiërs
  • ma·gi·er
enkelvoud meervoud
naamwoord magiër magiërs
verkleinwoord

de magiërm

  1. oosterse wijze, uitlegger van de astrologie en dromen, priester bij de Meden en de Perzen
    • De drie magiërs uit het oosten brachten geschenken aan Jezus Christus  
  2. tovenaar
    • De goochelaar noemde zichzelf een magiër 
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]