mandril

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mandril. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mandril, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mandril in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mandril is hier. De definitie van het woord mandril zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmandril, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Een mandril in Artis op Wikipedia (nl).
  • man·dril
  • van Engels mandrill, in het Nederlands aangetroffen vanaf 1779 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord mandril mandrils
verkleinwoord - -

de mandrilm

  1. (primaten) aap Mandrillus sphinx op Wikispecies die voorkomt in het westen van Centraal-Afrika
    • In films kun je zien hoe mooi menselijke en dierlijke genen mengen: de ene mens krijgt een neus van slangenleer, de ander een huid van panterprint en een derde de blauwe wangen van de mandril. [2]
    • Zon rijtje achterwerken is even schrikken, maar het doel heiligt hier de middelen, al blijft de veelkleurige bilpartij van een mandril verreweg het onsmakelijkst. [3]
    • Dit is onderwylen zonderling, dat alle de gestaarte Aapen, den Mandril niet uitgezonderd, en ook de Pithekos, spraaktuigen hebben, even als het Rendier, waarvan ik reeds eene korte beschryving gegeeven hebbe aan den Professor Allamand, (…) [4]
73 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[5]


  • man·dril
enkelvoud meervoud
mandril mandriles

mandril m

  1. (gereedschap) klauwplaat, boorhouder