mankepoot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mankepoot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mankepoot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mankepoot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mankepoot is hier. De definitie van het woord mankepoot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmankepoot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • man·ke·poot
enkelvoud meervoud
naamwoord mankepoot mankepoten
verkleinwoord mankepootje mankepootjes

de mankepootm

  1. (informeel) iemand met die slecht kan lopen omdat hij een mank been heeft
    • Kreeg vorige week een folder aangereikt van een firma in de buurt met daarin een uitnodiging voor een "Demodag gezond slapen". Nou doe ik dat bij voorkeur 's nachts en als het moet in een sterrenhotel met voorzieningen voor mankepoten.[3] 
    • Want gelijke kansen en beoordelingen zijn niet vanzelfsprekend, weet de Twentse maar al te goed. "Soms hoor je achter je rug mensen zeggen: kijk die mankepoot. Of je hoort ze lachen. Of je wordt nagestaard."[4] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]