marcheren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord marcheren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord marcheren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je marcheren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord marcheren is hier. De definitie van het woord marcheren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmarcheren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

marcheren
Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·che·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘in ritmische pas gaan’ voor het eerst aangetroffen in 1588
  • afgeleid van het Franse marcher (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
marcheren
marcheerde
gemarcheerd
zwak -d volledig

Werkwoord

marcheren

  1. inergatief lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet
    • Zij hadden al enige uren gemarcheerd. 
  2. ergatief ergens heen lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet
    • Ze waren nog niet over de brug gemarcheerd toen het zwaar begon te hagelen. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen