meevaller
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord meevaller. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord meevaller, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je meevaller in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord meevaller is hier. De definitie van het woord meevaller zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmeevaller, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- mee·val·ler
- Naamwoord van handeling van meevallen met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | meevaller | meevallers |
| verkleinwoord | meevallertje | meevallertjes |
de meevaller m
- een voordeel dat vooraf niet was meegerekend
- De regering had een aantal onverwachte meevallers.
- bof, buitenkans, buitenkansje, geluk, gelukje, koopje, mazzel, tref, veine, zwijn
- Het woord meevaller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meevaller" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
