Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
midden- en kleinbedrijf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
midden- en kleinbedrijf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
midden- en kleinbedrijf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
midden- en kleinbedrijf is hier. De definitie van het woord
midden- en kleinbedrijf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
midden- en kleinbedrijf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- mid·den- en klein·be·drijf
het midden- en kleinbedrijf o
- (economie) in Nederland gangbare aanduiding voor de categorie ondernemingen met minder dan 250 werknemers
- ▸ Wereldwijd dreigt economische destructie: zzp’ers, horeca en midden- en kleinbedrijf, maar ook grote bedrijven in de luchtvaart en de toerismesector, kunnen nauwelijks nog het hoofd boven water houden.[1]
- (bedrijf) in Nederland gangbare aanduiding voor een onderneming met minder dan 250 werknemers
- ▸ In 2016 waren ruim 4,2 miljoen mensen werkzaam voor midden- en kleinbedrijven.[2]
- ▸ Best een gok: als buitenlander in Rusland een midden- en kleinbedrijf opzetten.[3]
- De eerste benaming voor een categorie bedrijven is de oorspronkelijke betekenis. In het tweede decennium van de 21e eeuw is het ook in gebruik gekomen om afzonderlijke bedrijven aan te duiden, hoewel sommige taalgebruikers dit afwijzen. [4]
- kmo (kleine of middelgrote onderneming) (in België gangbare aanduiding)