miet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord miet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord miet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je miet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord miet is hier. De definitie van het woord miet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmiet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Miet


  • miet
enkelvoud meervoud
naamwoord miet mieten
verkleinwoord mietje mietjes

de mietm

  1. (lhbt) (scheldwoord) man die een seksuele voorkeur voor mannen heeft
    ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
     Het tijdschrift Haagse Post publiceerde in 1977 een interview met drie jonge Amsterdamse criminelen die zich potenrammers noemden en die er hun „hobby” van hadden gemaakt om homoseksuelen gewelddadig te beroven. Een citaat uit dat onfrisse interview: „Als ik zo’n miet zie lopen dan word ik helemaal woest. Vieze mannetjes zijn het. Ik voel me gewoon een held als ik zo’n flikker te grazen neem. En ja god, als je zo’n kerel toch aan het rammen bent, waarom zou je hem dan niet meteen beroven?’’
     ‘Ziet u die jongen daar? Dat zal u interesseren, u bent van de rechterlijke macht. Kijk, die daar, met dat gefriseerde haar en dat meisjesgezicht. Wat maakt u daarvan?’
    Evert haalde de schouders op.
    ‘Iedereen,’ fluisterde Markman met een half oog op Jeanne, ‘zou natuurlijk zeggen, dat het een miet is. En nu is het wel verrekte gek, meneer Hoeck, maar als er iemand géen miet is, hier, en in heel Amsterdam durf ik wel zeggen, dan is híj het. Hij geeft alleen om meisjes, ondanks zijn verwijfd uiterlijk.
  • Het verkleinwoord mietje, waarvan de herkomst ook anders kan worden opgevat, is de meer gangbare vorm.

de mietv / m

  1. (spinachtigen) benaming voor geleedpotigen uit de superorde Acariformes op Wikispecies
  2. (landbouw) (Suriname) benaming voor torretjes die in rijstvoorraden leven