mismoedig
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mismoedig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mismoedig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mismoedig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mismoedig is hier. De definitie van het woord mismoedig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmismoedig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- mis·moe·dig
- In de betekenis van ‘neerslachtig’ voor het eerst aangetroffen in 1395 [1]
- samenstelling van mis bn en moedig bn [2]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | mismoedig | mismoediger | mismoedigst |
| verbogen | mismoedige | mismoedigere | mismoedigste |
| partitief | mismoedigs | mismoedigers | - |
mismoedig [3]
- met een sombere stemming
- We treffen zaterdagmiddag een mismoedige band in de backstage van de AB: het nieuws van de aanslag op de concertzaal Bataclan in Parijs hakt er hard in bij Chvrches. Vier dagen voordien traden ze zelf nog op in de lichtstad, en de band kent mensen die betrokken waren.[4]
- Echt in gevaar kwam Wiebes tijdens het debat nooit. Coalitiepartijen VVD en PvdA vormden een gesloten front en mengden zich nauwelijks in de discussie. ,,Al met al blijft het een ontluisterende gang van zaken”, stelde D66-Kamerlid Steven van Weyenberg aan het eind van zijn inbreng mismoedig vast. Hij geeft Wiebes het voordeel van de twijfel. [5]
- neerslachtig, depressief, wanhopig, bedrukt, wanhopig, defaitistisch, down, droef, mistroostig, moedeloos, ontmoedigd, pessimistisch, sip, teneergeslagen, verdrietig, zwaarmoedig
1.met een sombere stemming
- Het woord mismoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mismoedig" herkend door:
| 95 % | van de Nederlanders; |
| 88 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "mismoedig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mismoedig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 16 NOVEMBER 2015
- ↑ Tubantia Laurens Kok 02-02-2017
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
