Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
mobieltje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
mobieltje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
mobieltje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
mobieltje is hier. De definitie van het woord
mobieltje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
mobieltje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘mobiele telefoon’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1994 [1]
- Verkleinwoord van mobiel.
het mobieltje o dim. tant.
- een gsm, een draagbare telefoon
- Je mobieltje moet uit in de klas!
1. een gsm, een draagbare telefoon
- Afrikaans: selfoon (af), sellulêre telefoon (af)
- Albanees: telefoni celular (sq)
- Arabisch: هاتف نقال (ar) m
- Baskisch: telefono mugikor (eu)
- Bengaals: মোবাইল ফোন (bn)
- Bulgaars: мобилен телефон (bg) m
- Catalaans: telèfon mòbil (ca) m
- Deens: mobiltelefon (da) g
- Duits: Handy (de) o, Mobiltelefon (de) o, Funktelefon (de) o
- Engels: cellphone (en), mobile (en)
- Esperanto: poŝtelefono (eo)
- Estisch: mobiiltelefon (et)
- Fins: matkapuhelin (fi), kännykkä (fi)
- Frans: portable (fr) m, téléphone portable (fr) m, téléphone cellulaire (fr) m
- Galicisch: teléfono móbil (gl) m
- Grieks: κινητό τηλέφωνο (el) o
- Hebreeuws: טלפון סלולרי (he) m
- Hindi: मोबाइल फोन (hi)
- Hongaars: mobiltelefon (hu)
- Iers: fón póca (ga)
- IJslands: farsími (is) m, gemsi (is) m, GSM-sími (is) m
- Indonesisch: telepon genggam (id)
- Interlingua: telephono mobile (ia)
- Italiaans: telefono cellulare (it) m, telefonino (it) m
- Japans: 携帯電話 (ja) けいたいでんわ (ja)
- Jiddisch: מאביל טעלעפאן (yi) m, צעלקע (yi) v
- Kantonees: 手提電話 (yue)
- Kazachs: ұялы телефон (kk)
- Koreaans: 휴대전화 (ko), 휴대폰 (ko), 핸드폰 (ko)
|
|
|
het mobieltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord mobiel
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[2]
|