moederschoot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord moederschoot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord moederschoot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je moederschoot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord moederschoot is hier. De definitie van het woord moederschoot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmoederschoot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
beeldhouwwerk Moederschoot van Kunstenaarsduo Huub en Adelheid Kortekaas
kind liggend op de meoderschoot
  • moe·der·schoot
enkelvoud meervoud
naamwoord moederschoot moederschoten
verkleinwoord

de moederschootm

  1. de baarmoeder
    • Als schrijver zie ik het vooral als de woorden die je met elkaar uitwisselt, waarbij je woorden ook non-verbaal mag interpreteren. Ik doel op blikken, aanrakingen, al dan niet gevoerde gesprekken, stiltes, misschien zelfs trillingen, enzovoorts. Het begint al in de moederschoot waar al stemmen worden ingeprent en weggeschreven in het kinderlichaam. Over dat laatste heeft Ben Okri heel mooi geschreven. Hij stelt dat in het kind nog aanwezig is wat bijna vergeten is, want dat niets in hem verloren gaat.’ [2] 
  2. (figuurlijk) het veilige inwendige van iets
    • Met de voltooiing van de stadscampus heeft Saxion zich tot een onmisbaar onderdeel van de stationsgeving ontwikkeld. Gebouwen uit verschillende fasen liggen verspreid in een klein gebied en versterken elkaar. Zoals De Maere en de gebouwen daarachter nu samen met de nieuwbouw om Villa Serphos rond een soort pleintje liggen: daaraan zie je pas echt hoe voorbeeldig een mega-instelling als Saxion is opgenomen in de moederschoot van Enschede. [3] 
  3. de schoot van moeder
    • De drukke jongen zat liever op de schoot bij vader dan op de moederschoot waar hij stil moest blijven zitten. 
  • vanaf de moederschoot
vanaf de geboorte
95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard VRIJDAG 7 APRIL 2017
  3. Tubantia 05-09-2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be