morgenlicht

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord morgenlicht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord morgenlicht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je morgenlicht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord morgenlicht is hier. De definitie van het woord morgenlicht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmorgenlicht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

morgenlicht
Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·gen·licht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord morgenlicht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het morgenlichto

  1. het zwakke licht van de zon rond zonsopgang
     De verlaten kampvuren doofden in het zwakke morgenlicht.
     Ik zie ineens, in het ontluikende morgenlicht, de merel, en misschien verbeeld ik het me, maar het is alsof hij of zij van een andere merel, drie tuinen verder, antwoord krijgt. Even heb ik zin mee te fluiten - wat zeker niet als teken van vrolijkheid moet worden opgevat - maar ik wil het beginnende liefdesspel niet verstoren. De katten beginnen zich met mij te vervelen.
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 januari 2022 Weblink bron “Ik weet ook niet wat er met me is” (31 mei 2014), Het Parool