musicus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord musicus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord musicus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je musicus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord musicus is hier. De definitie van het woord musicus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmusicus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mu·si·cus
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘toonkunstenaar’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
  • met het achtervoegsel -icus
enkelvoud meervoud
naamwoord musicus musici
verkleinwoord

de musicusm

  1. (muziek), (beroep) iemand die muziek maakt en ten gehore brengt
    • De musici zwaaien naar de man en verlaten zijn kamer. Groot: „Deze meneer probeerde zijn ene hand bij de andere te krijgen. Misschien wilde hij voor ons klappen.” Een verpleegkundige begint even later een gesprekje met de patiënt over de gespeelde muziek. [2] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]