mutilaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van mutilar mutilaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van mutilarse...
toekomende tijd (futuro) van mutilar mutilare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van mutilarse aanvoegende wijs derde persoon...
derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van mutilar mutilaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van mutilarse...
Aanmaken? mu·ti·lar mutilar overgankelijk verminken, mutileren, wegsnijden mutilación, mutilado, mutilada [1] cercenar mutilar in: Diccionario de la...
mutilaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van mutilarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van mutilarse...
mutilamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van mutilarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van mutilarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van mutilarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mutilarse...