Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
månedlig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
månedlig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
månedlig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
månedlig is hier. De definitie van het woord
månedlig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
månedlig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van het Noorse zelfstandige naamwoord måned met het achtervoegsel -lig.
månedlig
- maandelijks
|
stellend
|
vergrotend
|
overtreffend
|
onbepaald (sterk)
|
m/v enkelvoud
|
månedlig
|
mer månedlig
|
mest månedlig
|
o enkelvoud
|
månedlig
|
meervoud
|
månedlige
|
bepaald (zwak)
|
enkelvoud en meervoud
|
månedlige
|
mer månedlig
|
mer månedlige
|
een maandelijk archief
een maandelijkse termijn