Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
nalopen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
nalopen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
nalopen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
nalopen is hier. De definitie van het woord
nalopen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
nalopen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
nalopen [1]
- van een uurwerk dat het uurwerk een eerdere tijd aangeeft dan het in werkelijkheid is
- Ik ben te laat op school gekomen omdat de klok na liep
- kijken of alles in orde is
- „Ik mag natuurlijk niet vertellen waar mijn verhaal over gaat, maar ik heb iets geschreven dat ik zelf graag zou lezen. Ik ben de tekst niet gaan nalopen, zoals gebruikelijk. Niet eindeloos gaan bijschaven. Aan het laatste gedeelte van mijn manuscript begon ik een paar dagen geleden, om 01.15 ’s nachts, vlak voordat de taxi me kwam ophalen om me naar het vliegveld te brengen. Heel bevrijdend.” [2]
- Ik heb het even snel nagelopen maar alles lijkt in orde te zijn.
- achter iemand aan lopen
- Dat maakt de ‘idiote onderneming’ van het nareizen van Hamoutal een steeds vreemder project. Hertmans laat zijn verteller een parcours nalopen dat hij eerst zelf heeft verzonnen. Logisch dat hij zo weinig sporen aantreft! Gek dus, maar gek is interessant. [3]
- achterlopen
- controleren, inspecteren, checken, naspeuren, toetsen, proberen, testen, nalezen, doorkijken, nagaan, overkijken
- volgen, achternalopen, nabenen, najagen, narennen, volgen, achtervolgen
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[4]
|