narre

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord narre. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord narre, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je narre in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord narre is hier. De definitie van het woord narre zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannarre, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. narre (afgebeeld in een 15e-eeuws manuscript).
  • In de betekenis van ‘zot’ voor het eerst aangetroffen in 1432. [1]
  • Ontleend aan Middelhoogduits narre zot, dwaas (modern Duits Narr). [2]

narre m [3] [4]

  1. (beroep) dwaas, gek, zot
     Goden, isser oock yet gheluckighers dan die aerdt der menschen diemen int ghemeyne, so ick meyne met seer schoone namen, Gecken, Sotten, Dwasen, ende Narren noemt?[5]
Vertaling ontbreekt, voeg deze alstublieft toe.


vervoeging van
narrer

narre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van narrer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van narrer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van narrer


vervoeging van
narrar

narre

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narrar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narrar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van narrar